Zwarte hoofden
19444
post-template-default,single,single-post,postid-19444,single-format-standard,bridge-core-3.1.5,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.3.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.5,vc_responsive
 

Zwarte hoofden

In het dagoverzicht van Neerlandistiek – het online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek las ik het onderstaande gedicht, dat me heel erg aansprak.

Zwarte hoofden

Ik houd zo van die lage palissaden,
die van de kust de grote zee ingaan,
alsof veel mensen van de oever traden
en tot hun schouders in het water staan.

De zee, het strand, de lucht, alles is wijd
en breedgebouwd en krachtiglijk grootmoedig,
maar zij alleen leven in nederigheid
en praten niet, maar waken, trouw en goedig.

Dronken van stervensrode zonnepracht,
ijdel met luister die zij roofden,
eisen de golven luid hun oppermacht.

Maar ervoor staan hùn zwarte hoofden,
en houden wacht.

Jan Prins (1876-1948)
uit: Tochten (1911)

Foto: Pixabay